Weer een bijzondere slaapplaats
Door: fietsvosjes
Blijf op de hoogte en volg Bouke
24 April 2011 | Verenigde Staten, Washington, D. C.
Maryville, 24 april – “Isn’t it amazing that so many Civil War battles were fought in national parks?”, zei een van de drie joggende dames die we gisterochtend ontmoetten in Greenville, een alleraardigst universiteitsstadje N van Chattanooga. Ze had het gelezen op Facebook. De dames stelden ons de standaardvragen die ieder op de lippen brandt als ze ons aanspreken: Where are you from? Where are you going? Meer of minder verbazing is ons deel als we het uitleggen. En bewondering en herkenning, zoals eergisteren met de 81-jarige Frank die achter ons stopte voor een praatje. Zelf had-ie jaren gefietst, overal in de VS – Neen, nu ging dat niet meer! - ook al omdat zijn vriend met wie hij al die tochten maakte, dood was. Zijn vriend was al fietsend gestorven; diens dochter had gezegd dat haar vader rechtstreeks de hemel was ingefietst. Trouwens, contacten met locals genoeg. Die van gisteren was ook heel speciaal, maar daarover verderop. Eerst nog wat andere ervaringen en waarnemingen.
Zaterdagochtend zijn we vertrokken uit Chattanooga, met eerst in de binnenstad een lekkere Starbucks – vast recept: capucino voor Ge en dopio espresso voor mij; dat smaakt tenminste beter dan die standaardkoffie uit grote kannen bij benzinestations en grote winkels. Chattanooga is net als eerder Nashville en Murfreesboro – toch wat progressievere steden – voorzien van afzonderlijke ‘lanes’ voor fietsers en een bijzondere voorziening bij tunnels, i.c. die onder Missionary Ridge – ook een plek waar in de Burgeroorlog om is gevochten – nl. Een waarschuwingslicht voor auto’s dat je als fietser moet inschakelen voor je de tunnel ingaat, zodat ze zien dat er fietsers in de tunnel zijn.
Het fietsen gaat tamelijk goed langs de grote highways. Meestal is er een redelijk tot goed berijdbare en brede shoulder (vluchtstrook) en zoals al eerder gemeld: de auto’s houden doorgaans goed afstand. Opletten is het geblazen met bellende automobilisten – dat mag hier tijdens het rijden en gebeurt veelvuldig; we hebben twee keer bijna een aanrijding gehad. Op de kleinere highways is het mooier, maar omdat ze tweebaans zijn, moet je goed uitkijken. Onze spiegeltjes maar ook onze oranje wegwerkershesjes – we rijden nooit zonder! – zijn absoluut noodzakelijk. Nadeel van de kleinere wegen is ook dat honden nogal eens vervaarlijk achter je aanrennen. Hard schreeuwen of natspuiten met de bidon wil helpen; en inmiddels hebben we een busje pepperspray aan boord.
Ons fietsen kent zo zijn vaste patronen. Zo nemen we na onze eerste kilometers even elkaar medisch bulletin door, qua PHPD-syndroom (Pijntje Hier, Pijntje Daar). We gaan niet alles melden, maar weet in elk geval dat het fietsen goed is voor mijn schouder en dat het met de knie van Ge ook stukken beter gaat, dankzij de goede adviezen van nichtje en fysiotherapeute Judith, die Ge intussen per mail heeft geraadpleegd. En verder is het na de start, maar ook na pauzes, weer even een punt om op gang te komen en de pap eerst uit de benen te fietsen. En verder blijven we zichtbaar in de Bible Belt; ik denk dat we hier iedere mijl wel twee a drie kerken zien; soms staan op eeen hoek wel vier bordjes die met een wervende tekst naar een place of worsship verwijzen. Wat ook opvalt is dat de kerken stevig aan onderwijs en creches doen; de aanpak van de jeugd kan niet vroeg genoeg beginnen.
En de historie laat ons ook hier niet los. We hebben een flink deel van de Lee Highway gefietst; weer Burgeroorlog dus. En verder volgen we al een paar dagen stukken van de Trail of Tears; dat is de route waarlangs in 1838 de Cherokee-Indianen vanuit deze buurt zijn verdreven, ten koste van veel doden, naar het gebied dat nu de staat Oklahoma is.
Na Chattanooga zijn we zaterdag op een mooie KOA-camping bij Cleveland terecht gekomen (KOA is een landelijke keten van campings, met alle voorzieningen en mooie kwaliteit). Groot nadeel van deze en ook de vorige camping waar we stonden, is dat ze dicht bij de snelweg staan, met alle lawaai vandien (hoewel deze camping een paar decibelletjes scheelde met de vorige). We hebben nu besloten geen campings meer te doen die dicht bij de Interstates liggen. Afgelopen nacht hadden we een bijzondere slaapplaats - zie hieronder – en nu zitten we in een Holiday Inn waarvoor we weer een eind naar buiten de plaats moesten fietsen. Wat ook dat is onze ervaring; grote hotelketens zitten geconcentreerd bij snel- en andere grote highways en vliegvelden. Morgen gaan we richting Sevierville, met Dollywood in de buurt. Vandaag konden we de Great Smokey Mountains in de verte zien liggen.
Gisteren kwamen we rond het middaguur al aan bij ons voorlopige doel van die dag, het plaatsje Athens – een niet onaardig plaatsje maar het was toen haast uitgestorven. We hadden – ook vandaag – stevige wind mee. We gingen als de brandweer! En da’s best lekker, nu het weer heel warm is. Enfin, in de wijde omgeving van Athens bleek geen hotel of camping te vinden. We vroegen dat o.a. aan een man – Michael Mayfield -, die direct vroeg of we uit Holland kwamen. Ja, hoezo? Wel, hij had een jaar in Nederland (Boskoop en Alpen a/d Rijn, bij kwekers) gewerkt en herkende onmiddelijk ons accent en combineerde dat met onze fietsen. We mochten wel op zijn boerderij staan, 4 km verderop. Het bleek een grote farm & nurserey (kwekerij?) waar hij groenten, aardbeien, bessen en mais verbouwt en een flink deel op de boerderij rechtstreeks aan de consument verkoopt. Verder houdt hij elk jaar in oktober zes weken lang open dagen voor het publiek (hij krijgt dan totaal 18.000 bezoekers uit de omgeving, begrepen wij), met demonstraties en rondleidingen en zo, om de consument dichterbij het boerenbedrijf te brengen.
We mochten van Michael onze tent opzetten waar we wilden; we mochten zelfs binnen gaan liggen. En dat hebben we gedaan; de ‘restroom’ (de Dames) leek ons het meest praktisch: onderdak, vlak; wc en wasbak (met warm water) een of twee stappen van ons vandaan. Ook weer bijzonder: we hebben nog nooit op het toilet gekampeerd....
Een uurtje later kwam Michael ons uitnodigen voor het avondeten bij zijn ouders. Zelf woont-ie samen. Niet getrouwd dus, voor deze buurt wel bijzonder. ’s Avonds hebben we gegeten bij de zeer gastvrije familie Mayfield – ze hebben een prachtig huis. Het was heel gezellig; met Michael hebben we veel Nederlandse ervaringen besproken; zo kan hij vloeken in het Nederlands en blijkt hij gek op vla te zijn, en hij bleek de Wageningse proefboerderij van PPO in Boskoop te kennen. De vader van Michael bleek de baas te zijn van de grote zuivelfabriek in Athens – meerdere fabrieken in het zuiden van de VS, met een verspreidingsgebied over meerdere zuidelijke staten. Trouwens de familie is zelf ook in Nederland geweest, o.a. in Boskoop waar Vader (Scotty) Mayfield stomverbaasd toekeek hoe iemand heel makkelijk daar een paal in de grond duwde met een hand, of hoe de smalle wegenstructuur in de omgeving van Boskoop, met kanalen aan weerskanten eruitziet. Een heel verschil met de heuvel- en bosachtige omgeving in dit deel van Tennessee.
-
25 April 2011 - 07:43
Jan Braakman:
Leuk verhaal mer een mooie spanningsboog. De plot valt toch iets tegen. Had meer drama verwacht . .
Wat een genot jullie belevenissen te volgen. Ben benieuwd wanneer de pepperspray wordt ingezet.
Veel plezier nog!
-
25 April 2011 - 10:42
Det Materman:
Wat een avontuur. Leuk om te lezen. Ook dapper hoor en ik lees wel dat dit een prachtige manier is om contact met de bewoners te krijgen. Succes met de reis en de pijntjes.
Groetjes Det -
25 April 2011 - 20:40
Jac:
Ha wereldfietsers.
Een webcam op jullie fietsen is overbodig om de belevenissen te volgen. De verslagen voldoen ws beter. Mocht binnenkort de Amerikaanse fietsrevolutie uibreken dan weten wij dat jullie de aanstichters waren.
Geinspireerd hebben Nia en ik met Pasen een tochtje gemaakt door de Ooypolder en aangrenzend Deutschland - met het jullie bekende Zyfflich. Een heel leger aan Nederlandse fietsers bezette reeds het enige terras.
Morgen weer uitdagend naar Wageningen. Met 20 graden beslist een pretje. -
25 April 2011 - 20:43
Hanne:
Goed om te horen dat het met de PHPD-kwalen beter gaat. Bijzonder om te constateren dat jullie als niet- postbodes op de fiets ook last kunnen hebben van honden. Kerken, oranje hesjes incl. spiegels, Starbucks, wind mee en een Amerikaanse annex Boskoopse gast: wat een mooi toeval om hem te ontmoeten. Vindt ie NL niet erg klein met al die ruimte waarin ze zelf leven?
Goede verdere reis gewenst!
Hier veel droogte en branden in Limburg en Drenthe; overal code rood: flink brandgevaar.
-
25 April 2011 - 21:02
Anne Mieke De Vos:
Ha lieve neef en lieve Ge,
Heb net gereageerd op jullie verslag van 19 april. Zal binnenkort weer schrijven: nu te laat, ik moet naar bed. Morgen weer werken, want de vrije Paasdagen zijn weer voorbij.
Geniet er van, liefs,
Miek -
28 April 2011 - 21:35
Jet:
Welk een leesvoer en wat een leuke ontmoetingen, ooit voor herhaling vatbaar? merken jullie nog wat van dat extreme weer daar? Alabama,etc. heftige twisters? !! Doen jullie "kalm-an"? Wat een vragen, tot skypes of tot het volgende verslag, het is hier al weer bedtijd. Vandaag in Marknesse geweest , alles o.k. en Hein eindelijk weer thuis..... !xxx
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley